Dit moet je weten over de overgang
De overgang was lang een taboe. Inmiddels is het juist een ‘hot topic’, waarover we steeds meer weten. Even diep ademhalen en weer doorgaan, is gelukkig al lang niet meer het advies. Maar wat kun je wel doen om het te beteugelen, zodat je gezond en met plezier kunt blijven werken? Gynaecoloog Henk Oosterhof deelt zijn kennis én tips.
Herkennen van de overgang
Henk Oosterhof is gynaecoloog en gespecialiseerd in de overgang. ‘De overgang kenmerkt zich vooral door verwarring’, legt hij uit. ‘Verwarring over wat er nu precies met iemand aan de hand is. De kans op een verkeerde diagnose ligt altijd op de loer. De eerste belangrijke stap is daarom om een overgang te herkennen.’
Hier moet je op letten
'De klassieke klachten van de overgang kennen we allemaal wel', vertelt Henk. ‘Nachtelijk zweten, slecht slapen en natuurlijk de beruchte opvliegers. Maar er bestaan ook allerlei andere ongemakken zoals hoofd-, spier- of gewrichtspijn, hartkloppingen en oorsuizen. Je kunt je ook down of depressief voelen, stemmingswisselingen krijgen of last van een kort lontje. De helft van alle vrouwen krijgt tijdens de overgang problemen met het geheugen, taal, gedrag of het oplossen van problemen.'
Draaglast versus draagkracht
‘Je kunt als vrouw ook merken dat je het psychisch zwaarder krijgt. Rond hun 50ste hebben veel vrouwen een goede baan die veel van ze vergt. Tegelijk zijn de kinderen aan het puberen en misschien zorgen ze ook nog voor hun eigen ouders. De draaglast is dus maximaal, maar de draagkrácht gaat door de overgang omlaag. En als je eerder in je leven een burn-out gehad hebt of bijvoorbeeld een depressie, dan komen die klachten tijdens de overgang vaak sterker terug. Zorg daarom dat je op tijd aan de bel trekt.'
Dit kun je doen
‘Na herkenning, is het belangrijk dat er érkenning is. Van je familie en vrienden, maar ook van jezelf. Je verzetten? Dat geeft alleen maar stress. Informeer jezelf en pas je levensstijl aan. Het grootste verschil maak je met 3 dingen: voeding, beweging en ontspanning.’
Wat als het te veel wordt?
Worden je klachten je toch te veel en belemmeren ze je werk en kwaliteit van leven? Weet dat je er niet alleen voor staat. ‘Zoek een huisarts of gynaecoloog met verstand van de overgang, of ga naar een overgangsverpleegkundige in een menopauzekliniek’, zegt Henk. ‘Zij kunnen je op verschillende manieren steun bieden. Eén ervan is hormoontherapie. Dit was lang uit de gratie, maar nu weten we dat het veilig en effectief is, als je maar op tijd begint. Nog een goede reden om snel aan de bel te trekken.'
Mannen hebben ook een overgang
Niet veel mensen weten het, maar ook mannen hebben een overgang: de Andropauze. Ze hebben er alleen minder last van. Terwijl vrouwen maandelijks last hebben van hormonen, zakt het testosteron van mannen heel langzaam. Als ze een jaar of 60 zijn, krijgen ze soms last van eetstoornissen, worden ze een beetje vermoeid en emotioneel. Pas rond hun 70ste krijgen mannen echt duidelijke overgangsklachten. Jazeker, daarmee doelen we op opvliegers.